Elvis van Baz Luhrmann
Baz Luhrmanns, Elvis vertelt het verhaal van de King of Rock & Roll met de snelheid van het licht, zo zenuwachtig en levendig van energie als de jonge Presley zelf was toen hij in de jaren vijftig het podium betrad. Als je op zoek bent naar een gevoelige en doordachte biopic van Elvis Presley, dan ben je hier aan het verkeerde adres. De film kan het beste omschreven worden als een hyperactieve, bruisende, energieke rollercoaster in een krankzinnig hoog tempo.
Er zijn momenten waarop dat absoluut de beste benadering is – zelfs met enkele opmerkelijke omissies in zijn levensverhaal – tenslotte is er veel te vertellen over de King, maar de film van Luhrmann zou er baat bij hebben gehad om af en toe te stoppen om op adem te komen.
Het is die inconsistentie en soms onrustige tempo die Elvis ervan weerhoudt de duizelingwekkende hoogten te bereiken waarnaar de film streeft, maar als Elvis-fan stelt deze oprechte opname de juiste vragen over het onderwerp en maakt duidelijk waarom Elvis’ bijdrage aan de Amerikaanse popcultuur zo blijvend en belangrijk is.
Het verhaal over de opkomst en ondergang van Elvis, wordt verteld door Presley’s achterbakse manager, Andreas Cornelis van Kuijk beter bekent als Colonel Tom Parker (gespeeld door Tom Hanks). Een van oorsprong Nederlandse (hij zegt in de film één Nederlands woord, ‘godverdomme’) kermis exploitant. Die illegaal in Amerika verbleef en zijn naam veranderde in Tom Parker, hij hielp Jimmie Davis om gouverneur van Louisiana te worden. Als beloning gaf Davis hem de ere-rang van “kolonel” in de Louisiana State Militia.
De vertolker van Elvis Presley is Austin Butler, die Presley’s ongekend goed speelt en zelfs zijn stem (hij zingt veel van zijn eigen zang in de jaren ’50 sequenties) lijkt op die van Elvis. Butlers genuanceerde, menselijke portret legt de oppervlakkige elementen vast die je van Elvis verwacht te zien, terwijl het ook de gepassioneerde dromer en uiteindelijk gebroken ziel in hem onthult
De film van Luhrmann laat Elvis’ jeugd zien als een arme blanke jongen die leeft tussen arme Afro-Amerikanen in Tupelo, Mississippi, en hoe ‘juke-joints’ en gospelmuziek hem op jonge leeftijd verslaafd aan muziek maakten. Elvis brengt veel tijd door in Memphis’ Beale Street (“the Home of the Blues”) en in de Handy Club, terwijl hij openlijk de talenten en invloeden erkent die zwarte artiesten op hem hebben gehad.
De film laat Elvis’ liefde voor muziek prachtig zien en presenteert het als zijn eerste ware liefde (hoe graag hij ook een groot acteur wilde worden). Butler brengt behendig de passie over die Elvis voelde voor muziek, wat vaak verdoezeld wordt in andere biopics die over hem zijn gemaakt. Luhrmanns film laat goed de invloed zien die muziek, in het algemeen had op Elvis en wat het echt voor hem betekende als een vorm van expressie.
B.B. King, Little Richard, Fats Domino, Mahalia Jackson, Arthur “Big Boy” Crudup en Big Mama Thornton verschijnen allemaal als personages in de film, terwijl de soundtrack moderne remixen en nieuwe muziek bevat van artiesten als Doja Cat.
De première van de muzikale biografie over Elvis in Cannes, zorgde voor een staande ovatie van de aanwezigen, maar dat hoort bij de traditie van het Zuid-Franse festival. Luhrmann, was er in ieder geval blij mee, maar bekende dat hij alleen maar nerveus was voor het oordeel over de film, van de 77-jarige weduwe van Elvis, Priscilla Presley.
,,Zij was diep onder de indruk. Dat was belangrijk voor mij. Ik wilde de mens Elvis vooral tot leven wekken. Te vaak is hij behandeld als een stuk behangpapier of een andere commerciële uiting.” Dat Parker daarvoor grotendeels verantwoordelijk was, vergeet de regisseur voor het gemak even te vermelden.
Elvis gaat in Nederland op 23 juni in première.