De bloedige opkomst en ondergang van gangster Bugsy Siegel
De legendarische Joods-Amerikaanse gangster Benjamin “Bugsy” Siegel hielp bij de ontwikkeling van de Las Vegas Strip – voordat hij in 1947 op brute wijze werd neergeschoten.
In de jaren ’30 en ’40 bloeide Bugsy Siegel op als één van Amerika’s meest beruchte gangsters. Hij runde gok- en illegale drank huizen in New York, was beste vrienden met filmsterren in Los Angeles en stak geld in het bouwen van hotels in Las Vegas.
Maar meer dan wat dan ook is Siegel niet beroemd om hoe hij leefde, maar om hoe hij stierf. Nadat hij aan beide kusten van Amerika een formidabel crimineel rijk had opgebouwd, had Siegel zijn blik gericht op de woestijn van Las Vegas, waar volgens hem de toekomst lag.
Nadat Siegel zijn onderwereldvrienden had overtuigd om hem te helpen met de bouw van een hotel genaamd de Flamingo, stortte Siegel hun illegale miljoenen in het project. Maar slechts zes maanden nadat de Flamingo zijn deuren opende, ontmoette Siegel een schokkend, bloedig einde in het huis van zijn vriendin in Beverly Hills.
Dit is het verhaal van het leven van Bugsy Siegel – en zijn gewelddadige dood.
Benjamin “Bugsy” Siegel, geboren op 28 februari 1906 uit Joodse immigranten, groeide op in New York City. Opgegroeid in een arm gezin, gleed Siegel snel af naar een leven van misdaad als een manier om geld te verdienen en zichzelf te onderhouden. Hij deed aan inbraak, perste Joodse handkar-venters aan de Lower East Side van Manhattan af en ontmoette gelijkgestemde vrienden, waaronder toekomstige misdaadbaas Meyer Lansky.
Siegel en Lansky vormden de ‘Bugs and Meyers Mob’, smokkelden drank samen en voerden zelfs huurmoordoperaties uit, dat bekend kwam te staan als de beruchte ‘Murder Inc’. Ondertussen kreeg Siegel een reputatie vanwege zijn humeur en stemmingswisselingen, waardoor vrienden hem als ‘crazy as a bedbug’ (gek als een bedwant) beschreven. Volgens History Channel had Siegel echter een hekel aan zijn beroemde bijnaam. “Mijn vrienden noemen me Ben”, zei hij ooit. “Vreemdelingen noemen me meneer Siegel, en jongens die ik niet leuk vind, noemen me Bugsy, maar niet in mijn gezicht.”
In samenwerking met maffiabaas Charles “Lucky” Luciano, Frank Costello, Albert Anastasia en Vito Genovese, was Siegel waarschijnlijk één van de vier mannen die Giuseppe “Joe the Boss” Masseria in 1931 vermoordden.
Siegel zorgde ervoor dat hij er goed uitzag. Hij was overladen met geld, droeg dure kleding, bezocht exclusieve clubs en kocht zelfs een appartement in de luxueuze Waldorf Astoria Towers in Manhattan. In 1937 had Bugsy Siegel New York min of meer veroverd. Toen stuurde de maffia hem naar Los Angeles om hetzelfde te doen aan de westkust van Amerika.
In Los Angeles bloeide Bugsy Siegel op. Hij opende gokholen en begon drugstransporten, – hij heeft mogelijk de handel in verdovende middelen tussen de VS en Mexico opgezet – en andere criminele praktijken. Ondertussen schakelde Siegel ook mede-gangster Harry Greenberg uit, die informant voor de politie was geworden en zijn eigen zwager Whitey Krakow, die te veel wist van de Greenberg-hit. Siegel is voor de moord op Greenberg wel voor de rechtbak gekomen maar werd vrijgesproken, wegens gebrek aan bewijs (en getuigen).
Siegel hield van het leven in L.A., waar hij bevriend raakte met filmsterren als Clark Gable, Cary Grant, Frank Sinatra en Jean Harlow. Sommigen zeggen dat Siegel misschien het idee heeft gehad om zelf acteur te worden. Maar vooralsnog had Siegel andere plannen. Rond 1946 hoorde hij over een zakelijke mogelijkheid in Las Vegas, een hotel en casino in aanbouw genaamd de Flamingo, die geen geld meer hadden.
Volgens de Las Vegas Sun bewonderde Siegel hoe goed een resort genaamd El Rancho Vegas – gelegen aan de huidige Vegas Strip – het deed. Hij bedacht dat hij hetzelfde kon doen met de Flamingo. Hij had alleen het kapitaal nodig. Dus nam Bugsy Siegel contact op met zijn maffia-connecties, waaronder zijn oude vriend Meyer Lansky. Siegel vertelde de gangsters dat het hotel kon worden voltooid voor slechts $ 1 miljoen bovenop het oorspronkelijke budget van $ 1,2 miljoen.
Maar de bouwkosten stegen al snel voor de Flamingo. Het wanbeheer van Siegel en de gestage diefstal van geld door zijn vriendin, Virginia Hill, betekende dat de Flamingo maar liefst $ 6 miljoen nodig had om te bouwen. Tot overmaat van ramp betekende een stortbui op de openingsdag van de Flamingo dat het een ingetogen aangelegenheid was, zonder dat Siegels Hollywood-vrienden aanwezig waren. En de gokkers die wel kwamen, leken vooral geluk te hebben gehad en wonnen zo’n $ 300.000 in de eerste twee weken van het hotel.
Hoewel Bugsy Siegel er uiteindelijk in slaagde de zaken om te draaien – in het voorjaar van 1947 maakte de Flamingo winst – waren de gangsters naar verluidt woedend over de opgelopen prijs van het hotel. In hun ogen had Siegel een fatale fout gemaakt. En sommigen beweerden dat ze hem er met zijn leven voor zouden laten boeten.
De brute moord op Bugsy Siegel
Op 20 juni 1947 was Bugsy Siegel in het huis van zijn vriendin, Virginia Hill, in Beverly Hills een krant aan het lezen, toen plotseling een kogelregen door het raam kwam. Een niet-geïdentificeerde schutter vuurde negen schoten af met een .30 karabijn, Siegel werd twee keer in het gezicht en twee keer in de borst geraakt. Hij was op slag dood.
Wie heeft Bugsy Siegel vermoord? Tot op de dag van vandaag weet niemand zeker wie de gangster heeft uitgeschakeld. Sommige bronnen, zoals de Las Vegas Sun, suggereren dat woedende gangsters elkaar hebben ontmoet in Havana, Cuba, om over het lot van Siegel te beslissen. De mannen, waaronder Siegels vriend Lansky, stemden begin 1947 in om hem uit te schakelen. Voor hen was zijn wanbeheer van de Flamingo en de miljoenen dollars die hij hen had gekost, een te grote zonde om te negeren. The Las Vegas Sun suggereert dat ze huurmoordenaars Frankie Carbo en Frankie Carranzo hebben gestuurd om het werk te doen.
De woordvoerder van de politie van Beverly Hills, Sgt. Max Lubin vertelde onlangs dat de zaak nog gaande was. “We geven er geen informatie over omdat het nog steeds een open zaak is”, zei Lubin. “Het is nooit gesloten geweest.”
“Ben Siegel heeft het luxe resort-casino niet uitgevonden”, schrijft biograaf Robert Lacey in zijn boek Meyer Lansky: The Thinking Man’s Gangster. “Hij heeft de Las Vegas Strip niet gevonden. Hij kocht het land niet en bedacht niet eerst het project dat de Flamingo werd. Maar door zijn dood heeft hij ze allemaal beroemd gemaakt.”